Tot 1925 was Rudolf Heß assistent geweest van vriend en geopoliticus Karl Haushofer. De naam Haushofer zal bij velen geen
belletje doen rinkelen en toch is die man mede-verantwoordelijk voor Hitlers expansiepolitiek. Haushofer was gepromoveerd op de
these dat elk volk zijn eigen ‘Lebensraum’ niet alleen nodig heeft maar ook mag opeisen, het heeft er recht op. Gezien vanuit onze
huidige opvattingen lijkt het krankzinnig, maar zijn ideeën sloten in principe aan op de bevindingen van Darwin op het gebied van
het principe van overleving van de soort. Volgens Haushofer wordt de dichtheid van een bevolking bepaald door haar belang en
haar kracht. Maar om zich volledig te kunnen ontplooien, heeft die bevolking ook ruimte nodig voor die ontplooiing. Maar dat is
natuurlijk niet alleen maar toepasbaar op een land maar ook een ras. Hier kunnen we dus al twee aspecten herkennen van Hitlers
groei-politiek. Volgens deze these moest je de Duitsers als eenheidsras definiëren en dit ras een bepaalde ruimte toekennen. Daar-
mee werden gelijk twee ideeën duidelijk. Aan de ene kant moest je dus het ras zuiver houden om het als ras te kunnen blijven defi-
niëren en omdat hij Duitsland (inclusief Oostenrijk) eigenlijk te klein vond voor een volledige ontplooiing in de toekomst, moest er
ruimte worden opgeëist uit de omgeving. Het Westen was al ‘vol’, dus richttee hij de blik naar het Oosten, daar was nog ruimte zat.
Krankzinnig, maar overal toegepast. Kolonialisme bouwt op een dergelijke gedachte, hoewel niet in proefschriften neer gelegd.
Expansie is zo oud als levende wezens inclusieve de plantenwereld. Het heeft dus tot de twintigste eeuw geduurd tot men deze
drift in kaart bracht. Het lijkt absoluut verwerpelijk maar laten we niet te snel oordelen. Het wonderlijkste voorbeeld van quasi onbe-
wuste expansie is Amerika en met name de USA. Alleen werd hier de toeloop niet centraal gestuurd, het waren particulieren die de
armoede of religieuze dwang in eigen land ontvluchtten en zich in de nieuwe ruimte vestigden en terloops de daar aanwezige be-
volking uitroeiden. En toen de immigranten zich eenmaal als volk zagen, staken zij ook weer hun tengels uit naar andere gebieden.
Deze keer gaat het niet als uitbreiding in landruimte, want daarvan is er nog genoeg, nu gaat het om macht en invloed onder de
mom van veiligheid. En wat te denken van Israël? Ook daar is men sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog bezig met het ver-
garen van Lebensraum. En dat zal door blijven gaan. Intussen is de mensheid als zodanig met hetzelfde bezig en zijn er legio men-
sen die dromen van een nieuwe wereld, puur en schoon ergens in de ruimte, beginnend bij Mars.
In April 1925 gaf Rudolf Heß zijn baan als assistent van Karl Haushofer op en werd Hitlers officiële privésecretaris. Hij gaf ook
zijn studie op, daarvoor was geen tijd meer. In plaats daarvan maakte hij afspraken voor Hitler, beantwoorde hij brieven en regelde
het verkeer om Hitler heen. Daarnaast beheerde hij Hitlers inkomsten en knutselde aan wat later de partijkanselarij moest en zou
worden. Voor bezigheden als persoonlijk ‘koerier’ van Hitler moest hij veel reizen en kreeg daarvoor zijn eigen vliegtuig ter beschik-
king. Maar pogingen om sponsors voor de partij te winnen, mislukten jammerlijk. Hij was niet de persoon om indruk te maken op
de captains of industry. De kleurloze Heß had voor Hitler één prettige eigenschap: hij was goudeerlijk en zo trouw als een Golden
Retriever. Daarom liet de anders werkschuwe Hitler hem al de rotte klusjes opknappen die bij een dergelijke organisatie op de weg
liggen.