Begin 1938 bracht de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Franz von Papen, een bezoek aan Wenen en de Oostenrijkse
bondskanselier Schuschnigg om hem over te halen, eens een bezoek aan Hitler te komen brengen. Op 12 Februari 1938 bezocht
Schuschnigg inderdaad het luxueuze "Adelaarsnest" dat Hitler bij Bergdesgaden op een berg had laten bouwen en van waaruit men
prachtige vergezichten had over het Beierse Alpenlandschap, wat misschien stimuleerde tot grootse gedachten en plannen.
Hitlers gesprek met Schuschnigg werd één van de meest merkwaardige onderhandelingen uit de wereldgeschiedenis. De Führer
begon onmiddellijk met overslaande stem tegen de Oostenrijkse bondskanselier te schreeuwen. Hij vroeg zich tierend af waar de
Oostenrijker de gore moed vandaan haalde om zich tegen de grootse plannen van Duitsland te verzetten en dreigde met afschuwe-
lijke en desastreuze maatregelen als de Oostenrijkse regering zich langer bleef verzetten tegen de 'rechtmatige' invloed en eisen
van de Oostenrijkse nationaal-socialisten. Hij eiste verder dat de Oostenrijkse Politie onder bevel van een nationaal-socialistische mi-
nister werd gesteld. Hij wist ook gelijk wie hij daarvoor op het oog had, namelijk Dr. Arthur Seyss-Inquart, die er ook voor moest
zorg dragen dat het Oostenrijkse 'Vaterländische Front' zich niet langer tegen de invloed van de nationaal-socialisten moest
verzetten maar juist met hen moest samenwerken.
 
Schuschnigg keerde naar Oostenrijk terug en nam inderdaad Seyss-Inquart in dienst als minister want hij had wel vertrouwen in
deze politicus. Maar daarmee bezegelde hij ook tegelijkertijd zijn eigen politieke streven naar een zelfstandig Oostenrijk, want
Seyss-Inquart had maar één doel, namelijk Oostenrijk zo snel mogelijk bij Duitsland in te lijven. Toen Schuschnigg de gang van za-
ken overzag, probeerde hij nog een volksstemming te forceren waarin de Oostenrijkers zich zouden kunnen uitspreken vóór of te-
gen aansluiting bij Duitsland. Maar Hitler vertrouwde niet op de duits-gezindheid van de Oostenrijkers en ontstak wederom in woe-
de en dreigde zelfs met militair ingrijpen als Seyss-Inquart niet onmiddellijk tot bondskanselier van Oostenrijk werd benoemd. De
Oostenrijkse regering bezweek onder deze druk en Arthur Seyss-Inquart werd bondskanselier van Oostenrijk. Als eerste regerings-
handeling verzocht hij militaire steun uit Duitsland ter bescherming van de Oostenrijkse nationaal-socialisten. Op 12 Maart marcheer-
den Duitse troepen de grens over. Het Oostenrijkse leger had opdracht om geen weerstand te bieden. Van verzet kon nauwelijks
sprake zijn, want het 'Duitse' gevoel heerste wijd verbreid in Oostenrijk op dat moment en de Duitse soldaten wachtte gejuich, Hit-
ler-groet en bloemen, spontaan of georganiseerd. Drie dagen later bracht Hitler een bezoek aan zijn geboorteland en noemde
Seyss-Inquart onomwonden "Reichsstatthalter" (rijks-stadhouder, een woord dat men in Nederland ook wel begrijpt uit de tijd van
Spaanse en Franse overheersing) van Oostenrijk. Een toch nog gehouden volksstemming wees uit dat ruim 99% van de Oostenrijkse
bevolking vóór aansluiting bij het Derde Rijk was en Oostenrijk hoorde op als land te bestaan en vervolgde de geschiedenis als "Ost-
mark" van het almaar groeiende Duitse rijk.
Dr. Arthur Seyss-Inquart, geboren als Artur Zajtich en zoon van een Tsjechische
vader en een gedeeltelijk etnisch Duitse moeder. Nu de rijksprotector van Oosten-
rijk, hier nog in het uniform van een SS-Gruppenführer.
De laatste officiële foto van Arthur Seyss-Inquart tijdens zijn arrestatie door de
Canadesen. Hij draagt nu het uniform van het diplomatieke korps; alleen die leren
jas hoort daar niet bij. Hij was al onder Schuschnigg minister van Binnenlandse
Zaken, een eis die Hitler had gesteld als tegenprestatie van Schuschnigg voor de
voorlopige zelfstandigheid van Oostenrijk. Eveneens onder dreiging van de
Duitsers, werd hij ook door de Oostenrijkse president, Wilhelm Miklas, als
bondskanselier aangewezen, om de annexatie van Oostenrijk in banen te leiden en
werd vervolgens aangesteld als rijksstadhouder. Op 1 mei 1939 werd de Oosten-
rijkse regering officieel ontbonden en werd Seyss-Inquart rijksminister zonder
portefeuille. In 1939 werd hij plaatsvervangend gouverneur-generaal van de bezette
Poolse gebieden. In 1940 volgde toen de benoeming tot rijkscommissaris voor de
bezette Nederlandse gebieden. In het begin koos Seyss-Inquart, door de Neder-
landers spottend "Zes-en-een-kwart" genoemd, een gematigde lijn, maar na de
Februari-staking in 1941 ging de SS op hem leunen en gooide hij de koers om.
Hoewel hij pogingen bleek te hebben gedaan, Himmler de onzalige en zelfs
'contraproductieve' jodenvervolging uit zijn hoofd te praten, heeft hij niets in die
richting kunnen bereiken en werden, onder zijn beleid, méér dan honderdduizend
Joden uit Nederland weg gevoerd naar de concentratie- en vernietigingskampen,
waarvan hij tijdens de processen van Neurenberg beweerde, het bestaan nooit te
hebben geweten. Tijdens diezelfde processen werd hij in 1946 als oor-
logsmisdadiger ter dood veroordeeld en enkele weken na het vonnis opgehangen.
Arthur Seyss-Inquart was een bovenmatig intelligent mens maar heeft desondanks
steeds de verkeerde keuzes gemaakt.
Het voormalige Oostenrijk werd in sneltreinvaart gelijkgeschakeld, wat betekende dat er werk aan de winkel was voor de SS,
want bekende politieke tegenstanders werden onmiddellijk massaal gearresteerd en verdwenen in onverzadigbare concentratie-
kampen. Alle Duitse anti-Joodse maatregelen werden onmiddellijk ook hier van kracht en ter uitvoering gebracht. Duizenden Joden
pleegden zelfmoord en tallozen vluchtten over de grens naar Zwitserland. Wat de geallieerden uit de eerste wereldoorlog met zo-
veel moeite hadden willen voorkomen in hun vredesverdragen van St. Germain en Versailles, namelijk een sterk Midden-Europa on-
der leiding van Duitsland, was toch gebeurd en niemand deed iets tegen deze grove schending van de verdragen.
Een Duitse pantserwagen ("Panzerspähwagen Sd.Kfz.22") passert een Oosten-
rijkse grenspost tijdens de annexatie.
Grote militaire parade in Wenen na de annexatie van Oos-tenrijk. Iedereen wist nu
zeker uit welke hoek de wind ging waaien, de komende jaren.
Hitler op triomftocht in Wenen om de inlijving van Oostenrijk te vieren.
De wereld keek toe en deed niets, want men had andere
zorgen en was verdeeld. In Frankrijk was net een linkse regering
gekozen die een coalitie met de communisten moest aangaan
om te kunnen regeren. Toen Rusland opriep tot actie tegen de
Nazi's, vroeg men zich af of een sterk anti-communistisch front in
Europa niet verkiesbaarder was dan het communisme in Europa.
Verboden tanks op de Reichsparteitag 1938 demonstreerden Hitlers intenties on-
miskenbaar.
De succesvolle en vooral ongehinderde inlijving van Oosten-
rijk, sterkte Hitler in het vertrouwen dat hij op de goede weg
was. De rijkspartijdag van 1938, in Neurenberg gehouden, moest
symbool staan voor de rijzende ster van het Derde Rijk en de
herrijzenis van het Groot-Duitse Rijk werd gevierd met massaal
militair vertoon in een omgeving die speciaal hiervoor was ont-
worpen. Het begon ook als de viering van succes maar op de
laatste dag kondigde Hitler de volgende actie aan: de annexatie
van Tsjechoslowakije.
Tsjechoslowakije was een wat kunstmatige staat, geconstru-
eerd na de Eerste Wereldoorlog uit twee delen van het voorma-
lige Oostenrijks-Hongaarse rijk. De bevolking stelde zich samen
uit Tsjechen, Slowaken, Hongaren, wat Roethenen (bevolking
met een Oekraïnse taal), Polen, Joden en natuurlijk wat Duitsers in de grensgebieden Bohemen en Moravië. Van alle landcreaties
die de geallieerden na de Eerste Wereldoorlog hadden doorgevoerd, was Tsjechoslowakije de meest geslaagde, zo niet de enige
werkelijk geslaagde constructie. Onder leiding van twee oude vrijheidsstrijders die ook nog bekwame staatslieden bleken te zijn,
Masaryk en Benes, had de jonge republiek zich tot een redelijk welvarende democratie ontwikkeld.
De oorsprong van het gebied was oud met een sterke eigen cultuur en een bijzondere geschiedenis. Het land wist zich ook ge-
steund door een eigen moderne industrie en ontwerpers van wereldfaam, waarvan sommige nauwe banden met onder andere Ne-
derland onderhielden.
De bevolking was zeer vredelievend en had ook geen oorlogszuchtig verleden. Ondanks de bonte schakering van bevolkings-
groepen heerste er geen onderlinge rivaliteit of etnische problemen, ook niet eens zo zeer tegen de Duitsers die alleen door een
wat ongelukkige keuze in de grensbepaling van de geallieerden tot Tsjechoslowakije waren gaan behoren. Van de 14.000.000 inwo-
ners waren er 3.000.000 van Duitse afkomst.
In het begin, zo vlak na de Eerste Wereldoorlog, die ook dat gebied niet ongemoeid had gelaten, zullen ze niet zo graag zijn
gezien als nieuwe burgers van het land, maar geleidelijk aan werden ze steeds meer bij het openbare leven betrokken. Het ging
goed tot na de crisis van 1929. Toen begon een minderheid van de Tsjechische Duitsers te luisteren naar de nationaal-socialistische
parolen van ene Konrad Henlein, die met enige jalousie volgde wat zich in het aangrenzende Duitsland afspeelde. De Sudeten-
Deutsche Partei van Henlein werd door het Derde Rijk financieel en moreel gesteund en groeide zo uit tot een staats-bedreigende
organisatie, vergelijkbaar met de rol die de NSDAP tijdens de republiek van Weimar had gespeeld. Men klaagde bij de steeds mach-
tiger wordende westerbuur dat de Duitsers in Tsjechoslowakije werden onderdrukt en speelde zo Hitler in de hand. Op die bewuste
partijdag van 1938 in Neurenberg beloofde Hitler dat hij de Sudeten-Duitsers te hulp zou komen.
Folkloristische kaart van het Sudetenland, zoals de Duitsers het noemden.
Konrad Henlein, leider van de Sudeten-Duitse Partij
Bezoek van Wilhelm Frick met hoge functionarissen van partij, SS, Politie en
Arbeidsdienst aan het Sudetenland op 23 september 1938. (Bundesarchiv Bild 121-
0008.)
De Britse ambassadeur in Parijs zag de bui hangen en vroeg
Londen om commentaar. Het antwoord was een gedeeltelijke
mobilisatie voor het geval dat, maar diplomatieke kritiek werd
onderdrukt. Op 29 September 1938 vlogen Chamberlain en de
Franse minister-president Edouard Daladier naar München en van
daar per trein naar het Adelaarsnest, waar net een feestje aan de
gang was en bewindslieden zich tegoed deden aan een buffet.
Mussolini fungeerde als bemiddelaar in de wat chaotische
bijeenkomst. Tegen middernacht van die dag was het lot van
Tsjechoslowakije bezegeld, want Chamberlain was ervan over-
tuigd dat de Fransen nog niet rijp waren voor een nieuwe oorlog;
de vorige lag nog te vers in ieders geheugen - hij was pas twintig
jaar geleden afgelopen. Men kwam overeen dat Duitsland het
gebied van de Sudeten zou mogen bezetten, waarmee volgens
het idee van de Engelse Eerste Minister de bezetting van heel
Tsjechoslowakije was voorkomen en de vrede in Europa was ge-
red. Maar het zou anders komen.
De Britse premier Neville Chamberlain en de Franse minister-president Édouard
Daladier op bezoek bij Hitler in Beieren, in aanwezigheid van Benito Mussolini en
graaf Ciano.
Op 12 maart 1939 verklaarden de Slowaken hun onafhanke-
lijkheid, aangemoedigd en gesteund door Hitler, waardoor
Chamberlain het Lagerhuis kon melden dat daarmee de afspra-
ken van München ten opzichte van een vrij Tsjechoslowakije
(zonder het gebied van Bohemen en Moravië dat net aan Duits-
land was verkwanseld) ongeldig waren geworden. Om de vrij-
heid van Tsjechië af te smeken, reisde de Tsjechische president
Emil Hacha, een man op leeftijd, naar München en werd door
Hitler ongeveer net zo begroet als een jaar eerder de heer
Schuschnigg. Dat was teveel voor de zwakke gesteldheid van de
oude man, die buiten bewustzijn raakte en gereanimeerd moest
worden. Aan het einde van zijn krachten tekende de president
een papier dat het lot van de Tsjechen in de graaiende handen
van de Führer legde. Drie dagen later marcheerden Duitse troe-
pen Tsjechoslowakije binnen.
Op een koude, regenachtige dag in maart 1939, reden de gehate Duitse troepen
Praag binnen. Een lusteloze Tsjechische politiemacht moest de teleurgestelde
burgers op een veilige afstand houden.
Zinloos machtsvertoon in het Sudetenland: de demonstratieve 'bevrijding' van de
Sudeten-Duitsers door een overweldigende militaire overmacht.
Nu kon het politieke touwtrekken om Polen beginnen. Polen
was veel Duitsers, en zeker de Nazi's, een doorn in het oog om-
dat een smalle strook Polen Duits gebied in tweeën deelde, na-
melijk de 'Korridor' tussen West- en Oost-Pruisen. Wat veel Duit-
sers met de Joden hadden, dat hadden andere weer met de Po-
len.
Ooit, in de Middeleeuwen, was Polen een land met een oude historie die terug ging tot de tiende eeuw. In 1386 werden Polen
en Litouwen in personele unie samengevoegd tot één gemenebest onder heerschappij van Wladyslaw II Jagiello, koning van Polen,
grootvorst van Litouwen (1386-1444). Het Pools-Litouwse rijk was tussen 1386 en 1572 qua oppervlakte het grootste rijk in Europa, dat
zich uitstrekte vanaf de Oostzee tot aan de Zwarte Zee, met het huidige Wit-Rusland en grote delen van de huidige Oekraïne binnen
zijn grenzen.
In 1569 werden de twee staten nauwer aan elkaar verbonden in het Pools-Litouws Gemenebest. Polen kreeg in 1791 de eerste
geschreven grondwet in Europa. Het hervormingsproces stopte met de verdelingen van Polen (1772, 1792 en 1795) onder Rusland,
Oostenrijk en Pruisen als nasleep van de Russisch-Turkse oorlog van 1768 tot 1774. De aanleiding voor deze oorlog was Polen ge-
weest, dat steun had gezocht bij Oostenrijk en het Ottomaanse Rijk (Turkije) tegen de inmenging van Catharina de Grote van Rus-
land in Polens interne aangelegenheden en vooral de hervormingen die de macht van de adel in Polen moesten inperken.
Oostenrijk was na die Russische overwinning op de Turken bang dat de Russen te dichtbij zouden komen bij zijn gebiedsuitbrei-
dingen aan de Donau. Pruisen bemiddelde en stelde voor om beide landen een stuk van Polen, dat de aanleiding van al die ellende
was geweest, toe te kennen. Bij dat proces stak Pruisen ook gelijk een stuk Polen in zijn zak. Daarmee was de lastige en vervelende
hervormer en zijn dreigende invloed op de adel van de omringende landen uit de weg geruimd. Het, tijdens de Napoleontische
oorlogen, opgerichte Hertogdom Warschau werd door de Russische tsaren geannexeerd.
Na de Eerste Wereld-oorlog werd Polen opnieuw opgericht en wist zijn soevereiniteit goed te verdedigen tegen Rusland in de
Oorlog van 1919-1921. Nu lonkten zowel Rusland als Duitsland weer naar dat land dat noch bij de één en noch bij de ander wenste
te behoren.
Polen en geannexeerde gebieden in de Middeleeuwen.
Het Poolse Gemenebest in 1569 met Estland, Letland, Lithouwen, Wit-Rusland en
de Oekraine.
Ligging en afmeting van het Poolse Gemenebest van 1569 ten opzichte van de rest
van de wereld.