De laatste officiële foto van Arthur Seyss-Inquart tijdens zijn arrestatie door de
Canadesen. Hij draagt nu het uniform van het diplomatieke korps; alleen die leren
jas hoort daar niet bij. Hij was al onder Schuschnigg minister van Binnenlandse
Zaken, een eis die Hitler had gesteld als tegenprestatie van Schuschnigg voor de
voorlopige zelfstandigheid van Oostenrijk. Eveneens onder dreiging van de
Duitsers, werd hij ook door de Oostenrijkse president, Wilhelm Miklas, als
bondskanselier aangewezen, om de annexatie van Oostenrijk in banen te leiden en
werd vervolgens aangesteld als rijksstadhouder. Op 1 mei 1939 werd de Oosten-
rijkse regering officieel ontbonden en werd Seyss-Inquart rijksminister zonder
portefeuille. In 1939 werd hij plaatsvervangend gouverneur-generaal van de bezette
Poolse gebieden. In 1940 volgde toen de benoeming tot rijkscommissaris voor de
bezette Nederlandse gebieden. In het begin koos Seyss-Inquart, door de Neder-
landers spottend "Zes-en-een-kwart" genoemd, een gematigde lijn, maar na de
Februari-staking in 1941 ging de SS op hem leunen en gooide hij de koers om.
Hoewel hij pogingen bleek te hebben gedaan, Himmler de onzalige en zelfs
'contraproductieve' jodenvervolging uit zijn hoofd te praten, heeft hij niets in die
richting kunnen bereiken en werden, onder zijn beleid, méér dan honderdduizend
Joden uit Nederland weg gevoerd naar de concentratie- en vernietigingskampen,
waarvan hij tijdens de processen van Neurenberg beweerde, het bestaan nooit te
hebben geweten. Tijdens diezelfde processen werd hij in 1946 als oor-
logsmisdadiger ter dood veroordeeld en enkele weken na het vonnis opgehangen.
Arthur Seyss-Inquart was een bovenmatig intelligent mens maar heeft desondanks
steeds de verkeerde keuzes gemaakt.