Vanaf 1935 was Hitler in zijn buitenlandse politiek bezig met landsuitbreiding en het tarten van de overwinnaars van de Eerste
Wereldoorlog en het vredesverdrag van Versailles. De zegetocht voor het Derde Rijk en dus Hitler begon in het Saarland. Na de oor-
log van 1914/18 werd het Saarland van Duitsland afgescheiden als een soort buffer tussen de aartsvijanden van dat moment, Duits-
land en Frankrijk, met de belofte dat de bewoners van het gebied na twintig jaar mochten beslissen bij welk van de twee landen zij
wilden behoren. In 1935 is het zover en mocht de bevolking van het Saarland zich uitspreken. 90% van de Saarlanders spraken zich
vóór toetreding tot Nazi-Duitsland onder Hitler uit.
Dat gaf Hitler moed en hij beraamde zijn volgende zet tegen het verdrag van Ver-sailles: op 15 maart 1935 richtte hij de Luftwaf-
fe op. Volgens het verdrag mocht Duitsland geen eigen luchtmacht hebben. De volgende dag, op 16 maart, voerde hij de algemene
dienstplicht in, ook in strijd met het vredesverdrag. De wereld hield even in spanning de adem in, maar er gebeurde niets.
Op 7 maart 1936, het jaar van de Olympische Spelen in Duitsland, rukten Duitse troepen het gedemilitariseerde Rijnland binnen,
duidelijk te verstaan als agressief verstoot tegen de bepalingen en een absoluut agressieve handeling tegen Frankrijk. Weer hield
iedereen de adem in, vooral de Duitse generaals, want er was niet genoeg munitie voor een militaire confrontatie. Maar de Franse
legers traden niet op. De Christen-democratische burgemeester van Keulen, Dr. Konrad Adenauer, voorspelde toen al het uitbreken
van een nieuwe wereldoorlog. Maar voorlopig mocht de wereld zich vermaken en meten tijdens de Olympische Spelen in Berlijn,
waar de gasten en deelnemers elke ochtend werden gewekt door soldaten-colonnes die door de straten van de stad marcheerden
die waren opgesierd met monstrueuze beeldhouwwerken van meters hoge atletische figuren. Ook op dit punt schuwde Duitsland
de provocatie niet. Er reden nog net geen tanks door de straten, hoewel...
Parades tijdens de Olympische spelen in 1936.
In 1938 manoeuvreerde Hitler zich naar het hoofd van het
Leger, nadat de Opperbevelhebber Von Blomberg handig werd
afgezet en van al zijn functies ontheven, volgens sommigen
omdat hij met een vrouw was getrouwd die niet bij de stand van
een generaal paste.
Voor Hitler werd het nu tijd om iets aan de zelfstandigheid
van Oostenrijk te doen. Het verdrag van Versailles voorzag in een
duidelijk verbod van een zogenaamde "Anschluß". Een grote
groep Oostenrijkers wilde graag bij Duitsland horen, zeker in de
grensgebieden en Hitler, die in Braunau aan de Inn was geboren,
had redenen om zijn geboorteland onderdeel van het rijk te ma-
ken. De regering van Kanselier Dollfuß werkte niet mee. Een
rechtsradicale revolutie leidde tot zijn dood. De actie was voor-
bereid en uitgevoerd door Oostenrijkse Nazi's die in Oostenrijkse
legeruniformen op 25 juli 1934 het bondskanseliersbureau in
Wenen binnen vielen, hoewel de zaak door één van hen was
verraden aan de Oostenrijkse overheid die niet helemaal ade-
quaat op de situatie reageerde.
Von Blomberg werd als legeraanvoerder vervangen door Hitler.
Toen bondskanselier Dollfuß door een zaalwacht naar een
veilige uitgang werd gebracht, stormde SS-man Otto Planetta in
begeleiding van tien nazi's de kamer binnen. In de heersende
verwarring ging het pistool van Planetta af en de kogel raakte de
kanselier in de borst (althans, dat is één lezing van het verhaal).
De kanselier stortte neer maar was niet onmiddellijk dood.
Hij werd door de overvallers op een bank gelegd, waar hij na
een tijdje weer bij kwam en stamelde: "Kinderen, wat is er toch
aan de hand? Daar komen een majoor en een kapitein met
meerdere militairen naar binnen en hebben op me geschoten."
Dollfuß begreep dat het met hem gedaan was en begon met
de mannen om hem heen een eigenaardige discussie: "Ik heb
altijd geprobeerd, het beste te doen dat mogelijk was en ik wilde
altijd vrede."
Een SS'er meende dat hij de mogelijkheid niet had gegrepen
om met Duitsland vrede te sluiten. De kanselier: "Kinderen, dat
begrijpen jullie nu eenmaal niet." en even later in de stilte om
hem heen: "Kinderen, jullie zijn zo lief voor me. Waarom zijn die
anderen niet ook zo? Ik heb toch alleen vrede willen houden. Wij
hebben nooit aangevallen. We moesten ons altijd verdedigen.
God zal het hun vergeven." Om kwart voor vier in de namiddag
blies bondskanselier Dollfuß zijn laatste adem uit.
Bondskanselier Engelbert Dollfuß.
Bondskanselier Dollfuß na de aanslag, inmiddels aan bloedverlies overleden.
Het lichaam van de kanselier wordt door burgers en leden van de Oostenrijkse SS
met een ladder uit het raam van de kanselarij gewerkt.
De bondskanselier was dood, maar de actie was mislukt,
want de ministers die gearresteerd hadden moeten worden,
waren aan de overvallers ontsnapt. Alleen de bezetting van het
radiostation was gelukt. Het was de bedoeling geweest dat de
Oostenrijkse SA de SS-horden te hulp zou komen, maar de SA
roerde zich niet; de moordpartij van de SS in 1934 in Duitsland
stond nog vers in hun geheugen gegrift. Dit was het moment
van hun wraak. Ze zagen toe hoe de Oostenrijkse Politie de ene
samenzweerder na de andere oppakte. Planetta en zes van zijn
kornuiten werden ter dood veroordeeld en opgehangen en de
overigen kregen lange gevangenisstraffen. Later, na de eenwor-
ding, werd Planetta als een soort volksheld afgeschilderd en
werden er straten naar hem vernoemd.
Links: Otto Planetta, de moordenaar van Dollfuß en... rechts: ...als jonge vrijwilliger
in het Oostenrijkse leger.
De wereld sprak schande en voor het eerst in de geschiede-
nis van het Derde Rijk werd zijn leider, Adolf Hitler, gezien voor
wat hij was werkelijk was.
"We staan voor een tweede Sarajevo," schreeuwde Hitler te-
gen zijn voormalige vice-kanselier, Franz von Papen, die hij als
verzoenings-boodschapper naar Wenen wilde sturen. (In Sarajevo was de Oostenrijkse troonopvolger door een Servische nationalist
vermoord, wat de Eerste Wereldoorlog tot gevolg heeft gehad.) Hitler liet het er niet bij zitten en de beramers en uitvoerders van de
actie in Wenen werden vervolgd en onverbiddellijk gestraft. De klacht van de SS'ers over het verraad van de Oostenrijkse SA was hier
ook geen doorslaggevend argument meer. Wie nog het meest in zijn hemd stond na deze wilde actie, was Reichsführer-SS Heinrich
Himmler. Het behoorde tot zijn taak, van de aanslag op de hoogte te zijn geweest en op tijd te hebben ingegrepen. En alle woede,
spijt en straf bracht Dollfuß niet meer terug. Zijn opvolger, Kurt von Schuschnigg, wist de autonomie van Oostenrijk vooralsnog te
redden en Hitler moest voor het moment afzien van zijn plannen om Oostenrijk bij Duitsland in te lijven.
Kurt von Schuschnigg, de opvolger van bondskanselier Engelbert Dollfuß.
Het affiche van Kurt von Schuschnigg, waarmee stemming moest worden gemaakt
tegen de inlijving van Oostenrijk door Duitsland. Schuschnigg was tegen deze aan-
sluiting en probeerde via een referendum de voet dwars te zetten, nadat beloofde
hulp van Italië, Engeland en Frankrijk uiteindelijk niet kwam. Hitler was razend en
dreigde met een geweldzame bezetting. Schuschnigg vreesde een oorlog die niet te
winnen was en 'gaf zich over'. Hij werd even later, onder druk van Duitsland, ver-
vangen door de vazal van Hitler, Arthur Seyss-Inquart. Schuschnigg werd na de
inlijving van Oostenrijk gearresteerd en in een concentratiekamp gesmeten, waar hij
in 1945 door de Amerikanen werd bevrijd. Hij genoot van zijn vrijheid in Amerika en
werd hoogleraar staatsrecht aan de universiteit van St. Louis. Hij verwierf de
Amerikaanse nationaliteit, maar keerde in 1968 terug naar Oostenrijk, waar hij in
1977 op 79-jarige leeftijd overleed. Hij is niet meer in de politiek terug gekeerd.
Aller ogen waren inmiddels gericht op Italië en zijn opera-
oorlog tegen Abessinië, het huidige Ethiopië, want daar vochten
de Italianen tegen de vrijheidslievende Ethiopiërs.
Hoe zat dat precies?:
Italië had in beginsel in de 19de eeuw een deel van Eritrea
aan de Rode Zee bezet en vervolgens gekocht en daar een kolo-
nie ingericht die even later door de Egyptenaren werd veroverd
en door de Italianen weer terug gekocht. Vanuit dit bruggehoofd
ondernamen de Italianen veroveringstochten door Eritrea en
delen van het buurland Ethiopië.
Het kwam tot een treffen tussen de Ethiopiërs en de Italia-
nen dat in eerste instantie door de Italianen werd gewonnen. Italië kreeg Ethiopië in handen en moderniseerde het land volgens
Europese maatstaven. Maar het Abessijnse volk bleef de Italiaanse inmenging in zijn zaken niet dulden en het kwam tot een op-
stand. De beslissende slag bij Adwa in 1896 resulteerde in een verrassende zege van de Ethiopiërs. Ethiopië, onder de heerschappij
van Menelik II uit het huis van Salomo, herwon zijn onafhankelijkheid. De vrede tussen Italië en Ethiopië (vroeger tijdelijk Abessinië
genoemd) werd op 26 oktober 1896 getekend.
Haile Selassie, de nieuwe keizer van Ethiopië, bouwde goede relaties op met Italië dat nog steeds de koloniale heerser van het
naburige Eritrea was. Hij wist zelfs, notabene met Italiaanse hulp, tot de Volkerenbond toe te treden.
In 1935 verslechterde de verhouding tussen de twee landen want het wormde Mussolini dat zijn koloniale bezittingen ten op-
zichte van de overige koloniale bezittingen in Afrika feitelijk betekenisloos waren. Er werden wat grensincidenten geënceneerd en in
1935 vielen de italianen opnieuw Ethiopië binnen. De vijandigheden werden door de in 1919 opgerichte Volkerenbond veroordeeld
maar ondernomen werd er niets, net als bij de inval van Japan in de Chinese provincie Mantsoerije op 16 september 1931.
Het redelijk modern uitgeruste Italiaanse leger vocht in Ethiopië tegen een volk dat eigenlijk geen leger had en wat er onder de
wapens stond, was slecht, armoedig en ouderwets bewapend. Toch duurde de oorlog nog ruim een jaar, namelijk van Februari 1935
tot Pasen 1936. De keizer van Abessinië voorkwam arrestatie door imigratie naar Londen en Mussolini werd de nieuwe keizer van
het straatarme land. Maar voor Mussolini en zijn Italianen was een stap gezet in de droom van de herleving van het Romeinse Rijk.
Dat was de stemming die Hitler nodig had voor zijn plannen. Italië was in principe tegen een anexatie van Oostenrijk door
Duitsland geweest (de oude banden waren nog voelbaar) en er waren beloftes in die richting gedaan aan Frankrijk, toen Italië nog
de stilzwijgende toestemming voor het Ethiopisch avontuur nodig meende te hebben. De slappe houding van de Volkerenbond gaf
Hitler echter hoop op welslagen van zijn volgende zet.
Oorlog in Abessinië, het huidige Ethiopië: Italiaanse troepen in een afgebrande
Abessijnse nederzetting.
Moderne machinegeweren aan de Italiaanse kant, in this case a rare version of the
Browning autgomatic rifle.
Italiaanse troepen in een natuurlijk hinderlaag.
Armoedig en ouderwets bewapende Abessijnen. Velen vochten nog met speren en
rieten schilden. Wie geluk had mocht een buit gemaakt wapen hanteren.
Abessijnse schutter, hopende dat hij iets raakt. Ten opzichte van de Italianen
hadden de Abessijnen het voordeel van het onoverzichtelijke landschap.
Met tanks tegen de Abessijnse tegenstander. Maar de Italianen gebruikten ook
mosterdgas, een overblijfsel uit de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast werd er ook
geschut ingezet in deze ongelijke strijd.
De Duitse tekenaar Lazarus mocht zijn fantasie op het onderwerp los laten. Bijschrift bij de
tekening: "Italiaanse artillerie in de buurt van Sela-claca - Om de Abessijnse verdedigingshaarden
effectief te kunnen uitroeien, moesten de Italiaanse kanonnen soms tot op een afstand van 100
meter van de Abessijnse stellingen worden vooraan geschoven. Vanaf die afstand konden de
stellingen met direct vuur worden bestookt." Het feit dat men tot op die korte afstand kon naderen,
geeft al een duidelijk beeld van de armoedige bewapening van de tegenstander.
Impressie van de strijd tussen het modern toegeruste expeditieleger
van de Italianen tegen de Abessijnen die nauwelijks een leger
hadden. Volgens dit plaatje hebben de Italianen zelfs vliegtuigen in de
strijd geworpen waartegen de Abessijnen helemaal niets konden
beginnen.